Focaccia is een traditioneel Italiaans brood dat heerlijk samen gaat met een lekkere dip of bij een maaltijd.
Ingrediënten:
250 g patent tarwebloem
5 g zout
7 g gedroogde gist (zakje)
4 el traditionele olijfolie
180 ml kraanwater (handwarm)
50 g Kalamata-olijven zonder pit
½ tl grof zeezout
½ el gedroogde Italiaanse kruiden
Om het focaccia te maken ga je ten eerste aan de slag met de bloem, het zout en de gist die je samen met 180 m handwarm water in een ruime kom mengt. Besprenkel hierna het werkblad met ½ el olie en begin aan het deeg te kneden. Doe dit gedurende 8 minuten totdat het een elastisch en kleverig geheel is geworden. Het deeg hoort wat nat en plakkerig te zijn, dus gebruik gerust wat meer olie op je werkblad als het deeg blijft plakken.
De volgende stap is het invetten van een ruime kom, waar je vervolgens het deeg inlegt. Dek dit af met een theedoek en laat het gedurende 1 uur rijzen op een warme en tochtvrije plek totdat je ziet dat het volume is verdubbeld. Je kunt nu de oven op 220 °C voorverwarmen.
Begin met het snijden van de olijven in ringetjes en bekleed de bakplaat met bakpapier, wat je besprenkelt met ½ el olie. Pak het deeg uit de kom en leg het op de bakplaat, rek het hierbij voorzichtig uit tot een lap van ongeveer 30 x 15 cm en een dikte van 1,5 cm. Met je vinger prik je gaatjes in het deeg, bijna tot de bodem, en je besprenkelt het deeg met nog wat olie, zeezout, Italiaanse kruiden en de olijven. Bak nu de focaccia in het midden van de oven voor gedurende 25 minuten. Wanneer je ziet dat hij goudbruin en gaar is serveer je hem direct.
Je kunt een focaccia personaliseren door bijvoorbeeld mozarella en zongedroogde tomaatjes toe te voegen, zo wordt het net een soort pizza. Eet smakelijk!